IJslandse paarden zijn Gangenpaarden
IJslandse paarden zijn tegenwoordig met name bekend vanwege hun
aparte bewegingen en hun extra gangen. Gangen die nog stammen uit
de Middeleeuwen.
U kent vast wel de gewone stap, draf en galop van een paard.
Een IJslands paard heeft daarnaast nog een extra versnelling, en
sommigen zelfs twee. IJslanders beschikken over tölt en soms
rentelgang. Bij veel IJslanders lopen de gangen min of meer in
elkaar over. Het vraagt daarom techniek en gevoel van de ruiter om
de gangen goed te rijden en gescheiden te houden.Die complexiteit
maakt voor veel ruiters het rijden alleen maar
boeiender. Overigens zijn deze bewegingen ook bij sommige
andere paardenrassen te vinden en zelfs bij andere dieren. Beren en
olifanten tölten ook, terwijl bijvoorbeeld kamelen verstokte
telgangers zijn!
Tölt
Tölt wordt vaak als een soort snelwandelen omschreven. De
beenzetting is nagenoeg die van de stap, maar kan tot in hoog tempo
worden doorgevoerd. Er is geen zweefmoment waardoor de ruiter heel
stil zit. Met zijn wapperende manen en opgeheven hoofd krijgt het
paard een hele trotse uitstraling, en het getikketak van de hoeven
is onmiskenbaar. Een geluid dat op het ijs natuurlijk nog meer
indruk maakt.

Rentelgang
In de rentelgang grijpt het paard afwisselend met zijn linker-
en rechterbenenpaar naar voren. De telgang wordt met name op korte
stukken in rentempo gereden. De beste telgangers halen snelheden
van zo'n 45 km per uur.
